10 minuten

Vanmorgen was ik met mijn twee pubers bij de tandarts. Eerst zij in de stoel, daarna ik. Dat gaf me de gelegenheid om de werksituatie van mijn tandarts eens goed in me op te nemen. Daarbij liet ik de ergonomische aspecten eens buiten beschouwing, dat had ik een vorige keer al bestudeerd. Na een paar vragen van de tandarts over hoe het met mijn dochter ging en of ze klachten had, ging dochters  mond open voor inspectie. Einde gesprek. Handig lijkt me dat, in sommige gevallen. Terwijl de tandarts het gebit van mijn oudste inspecteerde, begon de assistente in vaktaal voor te lezen wat er over haar in de computer stond: ‘attentie bij vier zeven’ en zo nog wat meer termen met cijfers erachter. Bij de tandarts zijn je tanden en kiezen gewoon een nummer, dat werkt een stuk makkelijker, lijkt me. Ik kon de helft niet volgen, en dat voor een dokter. Apart. Zo moet het ook voor de mensen zijn die mijn spreekuur bezoeken, bedacht ik, als zij termen horen die ze nog niet eerder gehoord hebben. Overheersende gedachte: Waar gáát het over hier?!

De tandarts benoemde wat zij zag en de assistente voerde het in de computer in. Niks geen administratiegedoe voor de tandarts, dat had ze mooi aan haar assistente gedelegeerd. Kon ze zelf vol haar aandacht bij mijn dochter en bij haar (technische) werk houden. Nog mooier: de tandarts is dus ook echt klaar met haar werk voor deze patiënt zodra de stoel omhoog gaat. En ik ontdekte waarom de stoel zo langzaam omhoog en omlaag gaat. Het wordt verkocht als dat mensen er niet duizelig van worden, maar ondertussen is die traag bewegende stoel vooral een moment van handschoenen aan/uit trekken, bekertjes vervangen, instrumenten klaarleggen of opruimen. Door die trage stoel geen gehaast. Tenminste, zo kwam het niet op mij over, alles ging op het gemak. Zo waren we met z’n drieën met controle, tandsteen verwijderen, polijsten en fluoridebehandeling ook in 30 minuten klaar. 10 minuten per patiënt!

Het deed me terugdenken aan de discussie die ik 10 dagen geleden had met een klant van een collega, die ik vanwege ziekte voorlopig waarneem. Daar wordt stelselmatig te weinig spreekuurtijd ingepland voor de vraag die gesteld wordt of de taak die ik te doen heb. Ik wil dus meer tijd bedingen, maar kreeg voor mijn voeten ‘een huisarts kan het ook in 10 minuten, waarom hebben jullie dan zoveel meer tijd nodig?’. Ik zag het antwoord vanmorgen duidelijk voor me: wij als bedrijfsarts missen een natuurlijk moment waarop de patiënt zijn/haar mond (open) houdt, wat even tijd voor nadenken/analyseren/vervolg uitstippelen geeft. Wij missen een assistente die het hele computerwerk van ons overneemt. Wij missen genummerde lichaamsdelen en korte en bondige vaktaal die toch niemand anders hoeft te begrijpen. En we missen een tandartsstoel die onze cliënt weer rechtop zet en zo letterlijk laat voelen dat hij klaar is en de deur uit moet.

Had ik 30 jaar geleden nu toch maar naar mijn toenmalige tandarts geluisterd. Die vroeg mij, toen ik in 6 VWO zat, wat ik wilde gaan studeren. Op mijn antwoord “geneeskunde!” zei hij “Ah joh, ik zou tandheelkunde doen, dat is veel leuker!”

En die klant van mijn collega? Die ga ik maar eens om een assistente en tandartsstoel vragen.

Deel dit blog